Lezing door Jan van der Geld.
Het is nog lang geen zomer als we in mei en juni het voorjaar achterna gaan op een reis naar het hoge Noorden. Regelmatig stranden we nog in de sneeuw en het kan s ’nachts pittig koud zijn. Auerhoenders lopen langs de snelweg, waar eens in het kwartier een auto passeert. Je wordt wakker van de bolderende korhoenders. De landschappen zijn zeer divers, bossen, meren, rivieren, bergen, hoogvlaktes en hoogvenen. Je komt eigenlijk oren en ogen tekort. Wat te denken van ontmoetingen met oeverlopers, zaagbekken, smienten, sneeuwhoenders, franjepoten, roodsterblauwborsten, kepen, wilde zwanen, ijseenden, pestvogels, morinelplevieren, kleine jagers, regenwulpen, goudplevieren en strandleeuweriken, te veel om op te noemen. Eland, lemming, eekhoorn en rendieren zijn natuurlijk ook van de partij. Laat u verrassen door de schitterende landschappen, flora en fauna van het hoge Noorden.
ma | di | wo | do | vr | za | zo |
---|---|---|---|---|---|---|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
7
| |
8
|
9
|
10
|
11
|
14
| ||
15
|
16
|
17
|
19
|
20
|
21
| |
22
|
23
|
24
|
25
|
26
| ||
29
|
30
|