Inloggen

banner 3origineel20170118

bannergrotebontespecht

r

eempolderDe vogeltellingen in de Eempolder vormen een unieke reeks. Al vanaf 1973 wordt hier elke 14 dagen een inventarisatie uitgevoerd.

Na het verschijnen van de Avifauna van Midden-Nederland (Alleyn et al. 1971) verscheen een oproep om mee te werken aan inventarisaties in het belangrijke gebied de Eempolders (Jonkers 1972). In het daarop volgende nummer van De Korhaan volgde nogmaals een oproep, nu van de Werkgroep Eemland, die zich zorgen maakte over de bedreigingen in Eemland (Klein 1972). Naar aanleiding hiervan organiseert de Vogelwerkgroep Het Gooi en omstreken sinds 1973 de Eempoldertellingen. Bij deze tellingen worden iedere twee weken alle vogels in de polders ten westen van de Eem geteld. Het gaat hier om een gebied van ongeveer 2.450 ha in de gemeentes Eemnes (Utrecht) en Blaricum Er zijn incidenteel tellingen uitgevallen, maar sinds het begin is het gelukt om deze telling vol te houden. De tijdsduur en frequentie hiervan in een gebied van dit formaat maken deze telreeks tot een waarschijnlijk unieke serie gegevens.

Het getelde gebied bestaat uit de Noordpolder te Veld (708 ha) en de Maatpolder (513 ha) die samen het telgebied Noord vormen, de Zuidpolder te Veld (988 ha), en de Oostermeent (238 ha). Het laatstgenoemde gebied wordt pas sinds 1984 geteld. Het ligt ten noorden van de Noordpolder te Veld en ten oosten van de A27. Tegenwoordig staat het meestal bekend als De Kampen.

Tot nu toe zijn drie rapporten over de resultaten verschenen. Dit zijn “Vogels in de Eempolders (1973 t/m 1978)” (Klippel & van Leyden 1981), “De vogels in de westelijke Eempolders (1979 t/m 1984)” (Kole & Klippel 1989) en “Vogels in de westelijke Eempolders, op weg naar landinrichting (1985 t/m 1990)” (Van Veen & Klippel 1994). Sindsdien is er weer een aantal jaren geteld. Het was de bedoeling dat iedere zes jaar een rapport zou verschijnen, maar dat is niet gelukt. Er is een inhaalslag nodig. Daarom komt binnenkort een rapport uit over twaalf jaar, dus twee periodes van zes jaar. Daarmee zijn dan in totaal de resultaten van dertig jaar tellen gepubliceerd. Vanzelfsprekend worden de tellingen nog steeds voortgezet. Iedere veertien dagen gaan drie teams van waarnemers de polder in om nieuwe gegevens te verzamelen. Wij hopen te zijner tijd nieuwe ontwikkelingen van de vogelstand te kunnen rapporteren.

eempolderDe westelijke Eempolders zijn een deel van een oud veengebied, dat later overspoeld is door de Zuiderzee. De ondergrond bestaat merendeels uit een veenlaag, met daarop een kleilaag. Deze kleilaag is dikker in de Maatpolder en de Oostermeent, die later zijn ingedijkt. Op een paar plaatsen komt een dekzandrug aan de oppervlakte. Voor 1940 was het gebied extreem nat. Er was toen geen bebouwing in de polders, De dijken waren laag, zodat tot de afsluiting van de Zuiderzee regelmatig overstromingen voorkwamen. In 1940 zijn bij een ruilverkaveling voor het eerst wegen aangelegd. Ook is toen de ontwatering sterk verbeterd.

In het begin van de jaren zeventig was (de Oostermeent uitgezonderd) sprake van een nieuwe ruilverkaveling, nu landinrichting genoemd. Dit was een van de aanleidingen om de Eempoldertellingen te starten. Rond 1990 is deze landinrichting inderdaad uitgevoerd. Daarbij zijn een aantal boerderijen in de polder gebouwd. Verder is de waterafvoer weer verbeterd en ook is het waterpeil aangepast. In het grootste deel van het gebied is daarbij het waterpeil verlaagd, maar in een deel van de Noordpolder te Veld, dat als reservaat wordt beheerd door Natuurmonumenten, is het peil juist verhoogd. Ook is daar het peil in de zomer lager dan in de winter, in tegenstelling tot de andere delen. Overigens daalt het maaiveld in de Eempolders nog steeds door inklinking en oxidatie. Voor de Maatpolder en de Oostermeent schat men dat op 0,25 cm per jaar, voor de andere polders zelfs op 0,5 cm per jaar.

Telmethode.

De tellingen worden één maal in de veertien dagen uitgevoerd, bij voorkeur op zaterdagochtend. Bij uitzondering kan er ook op zondagochtend geteld worden. Er zijn drie telgebieden die ieder door een ploeg van twee of drie personen onderzocht worden. De tellers werken volgens een schema waarbij elke teller in wisselend gezelschap regelmatig ieder deelgebied onderzoekt. Telgebied Zuid omvat de Zuidpolder te Veld, telgebied Noord de Noordpolder te Veld en de Maatpolder, en de Oostermeent is het derde telgebied. Meestal wordt er geteld vanuit de auto, een enkele maal vanaf de fiets, door het volgen van alle verharde openbare wegen en een halfverharde weg door het gebied van Natuurmonumenten. Er wordt in principe geen gebruik gemaakt van een telescoop. De tellingen duren, o.a. afhankelijk van de grootte van het telgebied, anderhalf tot drie uur. Alle in het gebied aangetroffen vogels worden geteld, voorzover ze niet hoog overvliegen en duidelijk geen binding met het gebied hebben. Bij elke telling worden ook de weersgesteldheid, eventuele ijsbedekking en verdere bijzonderheden genoteerd.

Het grote voordeel van deze telling is dat in een relatief korte tijd een tamelijk groot oppervlak geteld kan worden. Het nadeel is natuurlijk dat dit niet erg grondig kan gebeuren. Grote vogels die zich opvallend gedragen zullen goed geteld worden. Kleine vogels die zich goed verstoppen worden alleen bij toeval gezien. Veel soorten zitten daar natuurlijk tussenin, en daarvoor is ook de afstand tot de weg belangrijk. Het is aannemelijk dat voor sommige soorten de waarnemingskans afhangt van de tijd van het jaar, bijvoorbeeld door zang of baltsgedrag.

De waargenomen aantallen mogen dus voor verreweg de meeste soorten niet beschouwd worden als een absolute telling, die precies aangeeft hoeveel exemplaren van iedere soort aanwezig zijn. Als er regelmatig geteld wordt is het echter wel mogelijk om verschillen te bepalen. Dit geldt vooral bij vergelijkingen tussen verschillende jaren.

Omdat geteld wordt door twee tellers zijn deze tellingen ook heel geschikt voor vogelaars met niet veel ervaring. Uiteraard is een zekere basiskennis nodig. Deze kennis kan dan door het tellen met meer ervaren tellers op het gewenste peil gebracht worden.

Artikelen

Jan Mooij, de coördinator van de tellingen, schrijft een reeks artikelen waarin hij telkens de ontwikkelingen van een soort in de Eempolder behandelt op basis van de telresultaten van de afgelopen 30 jaar. De artikelen zijn eerder verschenen in De Korhaan, het verenigingsblad van Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken. De reeds gepubliceerde artikelen kunt u hieronder ophalen door op het PDF symbooltje te klikken..

 

pdf 1000e telling
pdf  Bergeend
pdf  Blauwe reiger
pdf  Boerenzwaluw
pdf  Bonte kraai
pdf  Brandgans
pdf  Bruine kiekendief
pdf  Buizerd 
pdf  Canadese gans
pdf  Fuut
pdf  Gierzwaluw
pdf  Graseters apr-jun
pdf  Graseters jan-mrt
pdf  Graseters jul-sep
pdf  Graseters okt-dec
pdf  Graspieper
pdf  Grauwe gans
pdf  Grutto
pdf  Grutto (2)
pdf  Haas
pdf  Holenduif
pdf  Houtduif
pdf  Huismus
pdf  Jubileum
pdf  Kauw
pdf  Kemphaan
pdf  Kievit
pdf  Kievit (2)
pdf  Kleine zwaan
pdf  Kneu
pdf  Knobbelzwaan
pdf  Koekoek
pdf  Kokmeeuw
pdf  Kolgans
pdf  Krakeend
pdf  Kuifeend
pdf  Kwikstaart
pdf  Meerkoet
pdf  Merel
pdf  Muizenjaren
pdf  Nijlgans
pdf  Putter
pdf  Rietgors
pdf  Scholekster
pdf  Spreeuw
pdf  Tapuit
pdf  Torenvalk
pdf  Tureluur
pdf  Veldleeuwerik
pdf  Waterhoen
pdf  Watersnip
pdf  Wilde eend
pdf  Wulp
pdf  Zwarte kaai

 

 Actuele telresultaten

Resultaten van recente tellingen per telgebied en per datum kunt u hier bekijken. U kunt de aantallen opvragen per deelgebied en per datum. Ook zijn de dagrecords op te vragen.

 

Overzicht telgebied.

De kaart van het telgebied de Eempolder met de drie deelgegeiden.

Kaart Eempolder

Het verslag “De vogels in de westelijke Eempolders, na de landinrichting (1991 t/m 2002)” is in boekvorm uitgekomen. De auteur is Jan Mooij. Het Waterschap Vallei en Eem en het Prins Bernhard Cultuurfonds hebben deze uitgave financieel mogelijk gemaakt.

eempolderverslagmidHet verslag geeft een beschrijving van het onderzochte gebied, van de telmethode, van de resultaten en discussie en bovenal het effect van de landinrichting in 1990. Een beschrijving van de individuele soorten completeert het geheel.

Een groot aantal leden van de Vogelwerkgroep heeft deelgenomen aan de jarenlange tellingen, die voorafgingen aan de totstandkoming van dit rapport.

U kunt het verslag bestellen door overmaking van vijf euro (als tegemoetkoming in de (verzend)kosten) op Postbankrekening 2529179 of bankrekening 43.41.08.790 t.n.v. Vogelwerkgroep Het Gooi e.o. te Hilversum, onder vermelding van “Verslag Eempolders” en uw adres.

De coordinator van de tellingen van de Eempolder is Jan Mooij. Via de volgende link kunt u een bericht sturen.