Inloggen

banner 3origineel20170118

bannerslangenarend

Kemphaan

De kemphaan, in wetenschappelijk kringen bekend staande als Philomachus pugnax, behoort tot de familie van de strandlopers en snippen uit de orde van de steltloperachtigen. Het is maar dat u het weet. Ze broeden voornamelijk in (sub)arctische gebieden, overwinteren in Afrika en trekken de laatste jaren via een steeds oostelijker trekroute, waardoor de aantallen kemphanen in ons land helaas steeds verder afnemen.

kemphaanZoals de naam al een beetje doet vermoeden raakt het mannetje regelmatig aan het knokken, al hoewel het eerder om geritualiseerde schijngevechten op het toernooiveld gaat dan om een strijd op leven en dood. De mannetjes voeren hun imponerende vertoning op, waarbij de vrouwtjes onverschillig toekijken. Toch wordt er uiteindelijk door een vrouwtje een winnaar verkozen en de paring vindt plaats. Tot zover kan mijn brein een en ander aardig volgen, maar helaas blijft het verhaal niet zo simpel recht toe, recht aan. Want er gebeuren gekke dingen in kemphanenland. Het is u vast al eens opgevallen dat die mannetjes verschillende tooikleuren hebben en de vrouwtjes, zoals vaker in de vogelwereld, een stuk monotoner en minder opvallend. Mooi mis dus, ten dele. Ik zal proberen het simpel uit te leggen en daarvoor verdeel ik de mannetjes in drie groepen; de uitslovers, de sukkeltjes en de Trojaanse paarden. De uitslovers zijn met ruim 80% in de meerderheid, hebben de zwarte, oranje en roodbruine kragen en koptooi en doen op hun eigen smalle strook van de catwalk hun stinkende best om de aandacht van het vrouwvolk te trekken en haar zijn territorium in te lokken. De sufferdjes hebben de witte bevedering en worden satellietmannetjes genoemd (van welke komen ze?). Ze worden door de Cloony-mannetjes geduld in het territorium, wellicht omdat dan de eigen prachtige tooi nog veel meer opvalt; als beloning mag die witte dan ook soms paren met een bezoekend vrouwtje. En nu komt het, de luis in de pels, het Trojaanse paard: dat zijn mannetjes die het verenkleed van een vrouwtje hebben, maar de geslachtsorganen van een mannetje. Is dat nou niet om te gieren; staat George zich in het zweet te werken en uit te sloven, komen er ogenschijnlijk twee vrouwtjes zijn gebied in en terwijl hij nog staat te watertanden van dat riante aanbod staan die twee toch plots wel heel intiem te knuffelen. Zonder dat hij het in de smiezen heeft, en het enige echte vrouwtje van de twee zeker wel, paart zij voor zijn ogen met het als zodanig niet te herkennen mannetje.

 

Tekst en foto: Bert Roelofs