Slobeend in de Eempolder door Marga van Leeuwen

Soort van de maand: houtduif

In de tweede helft van de vorig eeuw is de houtduif op de zandgronden in ons land sterk afgenomen. We zien dit ook terug in de resultaten van de broedvogelinventarisaties in ons werkgebied. De volgende grafiek laat vanaf de jaren zeventig een daling zien in de natuurgebieden in het Gooi en omstreken.

Aantal territoria van de houtduif in de gebieden die door de VWG meerdere malen zijn geïnventariseerde.

 

Twee ontwikkelingen hebben bijgedragen aan deze afname. De schaalvergroting van het agrarisch landschap en efficiëntere oogstmethoden hebben er toe geleid dat er weinig tot geen eetbare oogstresten meer op de akkers overblijven. De industrialisering van het boerenbedrijf is voor de houtduif en voor de biodiversiteit in het algemeen dramatisch geweest. Er is echter nog een tweede oorzaak. Hout- en stadsduiven behoren tot de favoriete prooidieren van roofdieren als marters en haviken. Deze predatoren zijn in de laatste decennia van de vorige eeuw sterk in aantal toegenomen als gevolg van een verminderde vervolging door de mens en het inperken van schadelijke chemicaliën. Maar, predatoren hebben toch geen invloed op de populatieomvang van de prooidieren, is ons altijd geleerd? Dat is slechts ten dele waar en op regionaal niveau zelfs onjuist. De opkomst van de predatoren bracht onvermijdelijk een verschuiving in het ecologisch ‘evenwicht’ teweeg. Prooidieren werden letterlijk en figuurlijk overvallen door predatoren waar ze eerder nooit mee te maken hadden gehad. Ook soorten zoals waterhoen en ransuil werden gemakkelijke slachtoffer van de havik. Door de talrijke prooidieren en het relatieve gemak waarmee deze geslagen konden worden kon het aantal haviken exponentieel toenemen. De havik die in de vorige eeuw in het Gooi een zeldzaamheid was en in de vechtstreek zelfs helemaal ontbrak, werd in korte tijd een gewone soort. In de natuur is groei altijd eindig; vroeg of laat zal deze afvlakken. Zo ook de havik in het Gooi, zoals geconstateerd door onze roofvogelwerkgroep. Niet alleen moesten haviken leven met een slinkend aantal prooien, maar deze prooidieren wisten zich ook beter te weren door aanpassing van gedrag en nestplaatskeuze. De houtduiven waren beter ingesteld op hun belangrijkste predator en waarschijnlijk daardoor kon de populatie het laatste decennium weer enigszins opveren. Bovenstaande grafiek laat vanaf ongeveer 2011een kentering zien.
De eerdere afname van de houtduif is niet overal even sterk geweest. In natuurgebieden werd de soort plaatselijk gedecimeerd, maar in stedelijk gebied bleef de populatie hoog of nam zelfs toe. De houtduif kan in tuinen en erven veiligheid vinden omdat de havik de nabijheid van mensen vermijdt. ’s Ochtends bij onze broedvogelinventarisaties in de Gooise natuurgebieden hoorden we vaak de eerste koerende houtduiven pas na afloop, als we weer thuis kwamen. De ironie wil dus dat de houtduif waarvan er in Europa jaarlijks miljoenen worden afgeschoten, onze nabijheid opzoekt, als een menselijke schild tegen zijn natuurlijke predatoren.
Op het eerste gezicht is het verrassend dat de houtduif het in stedelijk gebied zo goed doet, want vaak tref je hem in de rol van slachtoffer. Terwijl andere stadsvogelsoorten, zoals de kauw, een grote behendigheid hebben ontwikkeld in het ontwijken van passerende auto’s, zie je regelmatig een geplette houtduif op het wegdek liggen, die blijkbaar een verkeerde inschatting heeft gemaakt. Zijn forse lichaam maakt hem ook minder behendig, zodat houtduiven regelmatig door katten worden gedood. Ook in de broedfase gaat het vaak mis. Als nest maken ze van takjes een dun plateautje. Een eigenlijke nestkom ontbreekt en de eieren rollen er gemakkelijk uit. Na een voorjaarsstorm vind je vaak kapotte eieren onder de nestboom. Met het oog op gaaien en andere kraaiachtingen lijkt de witte eikleur ook niet goed gekozen. Een verklaring die voor deze opvallende kleur is dat de nesten zo goed verborgen liggen, dat een schutkleur overbodig is. Is een gecamoufleerde eikleur niet veiliger net als de merel, die zijn nest minstens zo goede verborgen heeft?
Hoe is het mogelijk dat de soort toch zo talrijk blijft, bij al deze al deze factoren die niet bepaald gunstig voor de survival lijken te zijn. Er zijn twee hoofdredenen. In de eerste plaats is het voedsel van de houtduif zeer gevarieerd van kleine graszaden tot eikels die hij in zijn maag kan verpulveren. Het brede spectrum van zijn dieet zorgt ervoor dat hij jaarrond voldoende voedsel kan vinden. Bij schaarste kan hij van de ene voedselbron overstappen op een andere.
De tweede reden van het succes van de houtduif hangt ook samen met zijn gevarieerde dieet. Hij is in staat om meerdere broedsels per jaar te produceren. Het is niet ongewoon dat hij in de nazomer nog een derde broedsel start. Het resultaat van de eerste twee legsels is vaak laag, maar de late broedsels zijn succesvoller: de meeste jongen vliegen in augustus en september uit. Ook al is het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen per nest mager, over het hele jaar genomen is dit relatief hoog.

 

In onze regio zijn houtduiven overwegend standvogel die het hele jaar door zijn te zien in tuinen, bossen, akkers, ja eigenlijk overal. Ze maken omzwervingen en er kunnen dan concentraties ontstaan in geschikte foerageergebieden en bij slaapplaatsen. Tijdens de broedtijd kunnen ze kilometerslange pendelvluchten maken tussen nest en voedselgebieden. In tegenstelling tot onze vogels trekken Scandinavische houtduiven in de herfst massaal naar het zuiden. Het zijn vrij zware vogels en om de trektocht efficiënt uit te kunnen voeren wachten ze tot ze de wind mee hebben. Het beste is dit in oktober op het zuidelijkste puntje van Zweden te zien. Kleine zangvogels vliegen onder die omstandigheden zo hoog dat ze voor ons oog onzichtbaar zijn, maar de groepen van vele honderden houtduiven zijn goed zichtbaar als scholen sardientjes die in de blauwe lucht voorbijzwemmen. Als de wind een oostelijke component heeft dan kan dergelijke massale trek soms ook in Nederland gezien worden. De meesten laten ons land echter rechts liggen en vliegen door naar Frankrijk en de kurkeiken in Spanje.
De houtduif is niet een populaire vogelsoort. Veel mensen verwarren hem met zijn naaste familielid, de stadsduif, die ze kennen als de hinderlijk voor hun voeten lopende stoepvogel op zoek naar etensresten. De bonte veren van deze stadsduiven zijn vaak flodderig en veel exemplaren hebben misvormde tenen. Vliegende ratten worden ze genoemd. De houtduif is uit heel ander hout gesneden en het zegt dan ook veel over de vogelkennis van de gemiddelde Nederlander dat deze twee soorten op één hoop worden gegooid. Het verenkleed van de houtduif ziet er altijd onberispelijk uit en zijn gedrag is… stijlvoller.
Je kunt een boek vullen met de eigenschappen en gedragingen van de houtduif. Hay Wijnhoven (2024) heeft dit gedaan. De kwaliteit van de boeken In de Atlas Contact serie is nogal wisselend, maar deze monografie is voortreffelijk. Hij beschrijft op een prettig leesbare manier de succesvolle inburgering van de houtduif in onze steden, de fluctuaties door de jaren heen die samenhangen met de landbouwpraktijk en het continu veranderend spectrum aan predatoren. Maar dat niet alleen; hij laat ook zien hoe pure interesse de drijfveer vormt om steeds weer nieuwe aspecten van het houtduivenleven te onderzoeken. Hij blijft niet steken in verbazing en speculatie, maar doet onderzoek in het veld en de literatuur. De resultaten hiervan beschrijft hij in dit boeiende boek, en levert daarmee een uitstekende bijdrage in het verbeteren van de populariteit van de houtduif.

 

Tekst: Dirk Prop
Foto’s: Hugo Weenen

 

Literatuur
Jonkers, Dick A., Rob A. Kole & Jaap Taapken. 1987. Vogels tussen Vecht en Eem. Uitgave van de Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken

Wijnhoven, Hay. 2024. De houtduif. Atlas contact.

 

De vermelde broedvogelrapporten zijn hier te vinden.

 

 

 


Reacties

3 reacties op “Soort van de maand: houtduif”
  1. Marc van Houten avatar
    Marc van Houten

    Absoluut weer zeer interessant en leesbaar!

  2. Rob Moolenbeek avatar
    Rob Moolenbeek

    Jammer dt dit soort artikelen niet wordt aangeboden aan De Korhaan redactie.

  3. Hugo Weenen avatar
    Hugo Weenen

    Interessant verhaal en heel goed dat je stelling gebaseerd is op resultaten van de vwg!

Laat een antwoord achter aan Rob Moolenbeek Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lid worden

Heeft u hart voor de natuur? Word lid en sluit u aan bij een actieve gemeenschap van vogel- en natuurliefhebbers. U ontvangt vier keer per jaar ons verenigingsblad De Korhaan en krijgt toegang tot lezingen, excursies en andere activiteiten.

Stuur voor een wijziging in uw gegevens een email naar: ledenadministratie@vwggooi.conscribo.nl

Blijf op de hoogte

Mocht u zich liever alleen willen laten informeren, dan kunt u zich kosteloos inschrijven voor onze wekelijkse nieuwsbrief.

Vogelherkenningscursus

Wilt u vogels leren herkennen? Meld u aan voor onze vogelcursus! U leert de basis van vogelherkenning tijdens informatieve theorieavonden en praktijkexcursies. Perfect voor iedereen die wil starten met vogels kijken en de natuur bewuster wil beleven.