r
lezing door Ton Eggenhuizen
Waar eens de Zuiderzee en later het IJsselmeer klotste, werd in 1968 land gemaakt om een nieuwe stad te bouwen: Almere. Nog geen tien jaar later werden de eerste huizen opgeleverd. De stad is in korte tijd gegroeid naar meer dan 200.000 inwoners en is daarmee de achtste stad van Nederland. En niet alleen Gooikanters en Amsterdammers vonden de nieuwe grond. Planten en dieren wisten die plek op de drooggevallen bodem al veel sneller te vinden. De grote rietvelden die ter ontginning van de klei werden ingezaaid werden al snel het leefgebied van dwergmuizen. Die rietvelden hebben inmiddels plaatsgemaakt voor woonwijken. Almere werd een groene stad. Op de vlinderstruiken in de tuinen vinden we nu de stadsreus, een imposante zweefvlieg. Inmiddels kan Almere steeds meer als natuurgebied worden gezien, een stad met een verrassende rijkdom aan planten en dieren.
Over deze ontwikkeling is een boek geschreven: van dwergmuis tot stadsreus, een ontdekkingstocht door de rijke natuur van Almere.
De stadsecoloog Ton Eggenhuizen – redactielid en mede-auteur van dit boek –geeft een boeiende lezing over de natuur in en om Almere. Daarbij zal hij ook vertellen over de knobbelzwaan. Over deze imposante vogel schreef hij ook “de Knobbelzwaan” dat door Atlas Contact werd uitgegeven in de inmiddels overbekende serie vogel- monografieën.