Inloggen

banner 3origineel20170118

bannerwitstuitbarmsijs

 

biotoopheidevogelsklRoodborsttapuit, Boomleeuwerik en Boompieper blijven het uitstekend doen op de heidevelden van het Goois Natuurreservaat (GNR), zo blijkt uit de inventarisatie in 2010. Het inventarisatierapport van deze drie Gooise heidevogels is nu pdfhier te lezen.

 

Niet minder dan 130 waarnemers hebben hier een bijdrage aan geleverd door hun waarnemingen in te zenden via waarneming.nl en vwwggooi.nl.

 

robotapavatarklHet aantal vastgestelde territoria in het gehele werkgebied van de vogelwerkgroep bedraagt 157 Roodborsttapuiten, 32 Boomleeuweriken en 117 Boompiepers. Bijna zonder uitzondering zijn deze gevestigd in de natuurgebieden van het Goois NatuurReservaat. Het aantal vastgestelde territoria van Boompieper en Roodborsttapuit laat een sterk toename zien. De stijging is vooral het gevolg van de intensivering van de inventarisatie die in vergelijking met 2009 fijnmaziger was, door meer waarnemers is uitgevoerd en vroeger is gestart.
Het aantal Boomleeuweriken is stabiel gebleven. Door de opvallende zang en de grote territoria heeft een intensivering van de telling weinig invloed op het resultaat gehad.
De drie onderzochte soorten zijn in het Gooi zeer sterk gebonden aan de heideterreinen. Bij de Boomleeuwerik is deze binding zelfs 100% terwijl de beide andere soorten incidenteel ook nog voorkomen in het veenplassengebied, met name rond het Naardermeer.

Ook al lijken de eisen die de drie soorten stellen veel op elkaar in het Gooi, namelijk de aanwezigheid van heide, er zijn ook duidelijk verschillen. De Boompieper vereist bomen in zijn biotoop, terwijl de Boomleeuwerik een groot oppervlak aan schrale vegetatie nodig heeft. Het optimale biotoop van de Roodborsttapuit wordt gekenmerkt door een structuurrijke vegetatie in een overwegend open landschap.

boomleeuweriktafelberg

Niet eerder is in het Gooi zo'n volledig beeld verkregen van de verspreiding van de drie soorten. Zonder het gebruik van internet (www.waarneming.nl, www.vwggooi.nl en www.broedvogelkarting.nl) was een dergelijke grootschalige inventarisatie niet mogelijk geweest. Wel is de conclusie dat naast het verzamelen van de incidentele waarnemingen ook gerichte telling uitgevoerd moeten worden en dat kennis van het gebied noodzakelijk blijft bij het uitwerken van de resultaten.

De foto laat de afzonderlijke waarnemingen en het berekende centrum van het territorium uit wwww.broedvogelkartering.nl zien.

De resultaten van 2009 zijn te lezen in  het Rapport van Ronald Hofmeester