Inloggen

banner 3origineel20170118

bannerkoereigers

r

boerenzwaluwDank zij de warme nachten staat het voorjaar van 2016 te boek als bovengemiddeld warm, maar wij herinneren ons dit voorjaar vooral door de excessieve buien die over ons land en ook over het Gooi trokken. Verzekeraars raakten in de rode cijfers door de hoge bedragen die ze uit moesten keren vanwege de schade door water, harde wind en hagel. Wellicht is dit de opmaat van een klimatologische verschuiving waarbij we te maken krijgen met steeds extremere weertypes. Des te interessanter is het om te zien hoe deze omstandigheden het broedsucces van vogels beinvloeden. Kunnen ze dit natuurgeweld een beetje bolwerken? Het vogelringstation van onze werkgroep vergeleek de vangsten van 2016 met die van vorige jaren en concludeert dat de meeste vogelsoorten een buitengewoon slecht jaar meemaakten. Lees hieronder het volledige verslag.

De slagregens die we van april tot eind juli 2016 in het Gooi over ons heen hebben gekregen, hebben voor veel schade aan de natuur gezorgd. Op 13 en 26 april viel er in de Eempolder zo veel regen dat grote gedeeltes onder water kwamen te staan met grote gevolgen voor de kieviten waarvan de nesten niet meer te redden waren. Een deel van de weidevogels heeft nog een tweede broedpoging gedaan maar ook veel van die tweede legsels zijn verloren gegaan tijdens de slagregens die op 22 juni wederom neervielen.Gelukkig kon Gert Bieshaar mededelen dat een deel van de weidevogels nog wel succes hadden met die tweede broedpoging, vooral bij boeren die meededen met uitgesteld maaien waar in de kruidenrijke percelen toch nog heel wat jonge vogels het gered hebben. Ook de rietvelden op diverse plaatsen in het Gooi werden door die slagregens getroffen met plat geslagen riet tot gevolg. Wat er met de eieren en jonge vogels van bijvoorbeeld de karekieten in de daardoor schuin liggende nesten gebeurd is, laat zich raden. Ook zijn er veel insecten verloren gegaan wat grote gevolgen heeft voor vogels die daar afhankelijk van zijn en vooral de zangvogels. Terwijl er in een normaal jaar grote aantallen luizen, muggen en andere kleine insecten in het riet en de omliggende struweelzone bij het ringstation van Oud Valkeveen te vinden zijn, zien we die dit jaar nauwelijks. De effecten van die extreme omstandigheden werden duidelijk bij het vogelringstation waar dit voorjaar veel minder jonge vogels geringd konden worden dan gebruikelijk. Wanneer we de vangsten van de afgelopen jaren met elkaar vergelijken dan kunnen we concluderen dat al die zware regens van dit jaar tot meer dan een halvering van de populatie van jonge vogels heeft geleid. In de onderstaande tabel zien we het totaal van de geringde jonge vogels tijdens de CES periode van de afgelopen drie jaar met als aantekening dat er in 2014 minder netten uitstonden terwijl er op 12 en 19 juli 2015 niet geringd is. Die CES (Constant Effort Site) start ongeveer half april en eindigt in de eerste week van augustus.   

  2014 2015 2016
kleine karekiet 229 257 151
tjiftjaf 125 132 65
zwartkop 91 115 32
roodborst 29 48 22
tuinfluiter 21 29 11
rietzanger 20 17 30
winterkoning 29 28 29
bosrietzanger 25 7 9
rietgors 15 20 5
heggenmus 4 25 13
Zanglijster 13 9 14
Totaal 601 687 337

  

Het ziet er helaas naar uit dat het niet bij een halvering van het aantal jonge vogels zal blijven  maar dat de situatie nog erger is. Veel vogels, zowel jong als oud, hadden een slechte conditie wat niet alleen veroorzaakt was door de vochtige en koude omstandigheden maar vooral ook door een voedsel tekort. Zo toonden in de laatste CES week (op 7 augustus) 23 van de 37 jonge kleine karekieten groeistrepen zoals op bijgaande foto te zien is. Ook bij andere soorten werden groeistrepen genoteerd. Een tekort aan eiwitten, waaruit de keratine van veren is opgebouwd, resulteert daarbij plaatselijk in broze plekken die als strepen of rafelige uiteindes van de veer zichtbaar zijn. Zo´n zwak verenstelsel is onvoldoende in staat om vocht af te weren en als ze dat al overleven blijft het de vraag of zulke vogels de reis naar hun overwinteringsgebied kunnen maken.  

groeistrepen bij jonge karekiet

 

 Groeistrepen bij een jonge kleine karekiet.(Foto Pascal Gijsen)

Wat Oud Valkeveen betreft ziet het er naar uit dat tuinfluiters het zwaarst getroffen zijn. Dit seizoen zijn er 38 adulte tuinfluiters gevangen waarvan 16 vrouwtjes met actieve broedvlek. Aan het eind van het seizoen hebben wij slechts 11 jonge vogels kunnen ringen. Ook de zwartkop heeft het slecht gedaan met 77 adulte vogels en maar 32 jongen. Jonge zwartkoppen en tuinfluiters worden groot gebracht met rupsen en andere insecten die er nu helaas niet of nauwelijks meer zijn. Zwartkoppen en tuinfluiters maken hun nest in brandnetels en andere kruiden die dit jaar eveneens door de slagregens platgeslagen zijn. In het bovenstaande overzicht lijkt de rietzanger het goed te doen. Rietzangers zijn echter schaarse broedvogels bij Oud Valkeveen zodat we vermoeden dat deze jonge rietzangers hun eigen broedgebied vroegtijdig verlaten hebben. De goede resultaten voor zanglijsters die vooral veel huisjesslakken eten daarentegen, zal niemand verbazen. Het ziet er naar uit dat veel vogels vroegtijdig de broedgebieden verlaten hebben omdat ze geen jongen meer hebben om voor te zorgen en vanwege het tekort aan geschikt voedsel. Zo troffen we veel volwassen vogels aan waarvan de vrouwtjes een broedstadium hadden dat aangaf dat ze ofwel jonge vogels aan het voeren waren of dat ze die inmiddels verlaten had. De meeste van die vrouwtjes waren niet eerder geringd waardoor we vermoeden dat die uit andere gebieden kwamen en dat ze geen jongen meer hadden om voor te zorgen. Ook de boerenzwaluw heeft te lijden onder de schaarste aan insecten. Het ziet er naar uit dat er dit jaar minder nesten zijn met grote broedsels van 5 of 6 jongen. Vooral de kleinste jongen overleven deze schaarste periode niet zodat er per nest maar 2 of 3 jongen uitvliegen. Het is opvallend hoe stil het op dit moment in de natuur is.  In andere jaren hoor je aan het eind van het broedseizoen overal jonge tjiftjaffen en jonge mezen maar ook die soorten hebben het dit jaar heel moeilijk.  In het nestkastonderzoek hebben de holenbroeders in vooral de gebieden met naaldbos en een parkachtige inrichting met weinig ondergroei het slecht gedaan.   Er zijn maar weinig broedsels van mezen gelukt. Door de slagregens zijn de rupsen in de bomen weggespoeld en was er geen alternatief beschikbaar om de jongen mee groot te brengen.