De soort die dit jaar in de schijnwerpers komt te staan is de gaai. Hoezo Gaai zullen veel lezers denken, het is toch Vlaamse gaai? Zo heette deze soort vroeger inderdaad, tot na 1989 opeens de naam gaai in allerlei publicaties opduikt en sindsdien gangbaar is geworden. Om te voorkomen dat onduidelijkheid omtrent de naamgeving blijft ontstaan wordt de naam ‘Gaai’ in Nederland nu officieel als soortnaam gehanteerd volgens de standaardlijst van het CBS.
Het is een eenvoudig te herkennen soort, die niet te verwarren is met andere leden uit de kraaienfamilie. Aan het eind van de jaren zestig van de twintigste eeuw was de gaai een vrij talrijke broedvogel in het gebied tussen de Vecht en de Eem. Er is op basis van de toen beschikbare gegevens aangenomen dat er in het Gooi ongeveer 400 broedparen voorkwamen, in het Vechtplassengebied enkele tientallen en in westrand van de Eempolders enkele paren. Enkele decennia later zou de stand zijn toegenomen tot ongeveer 500 broedparen.
Het zou goed zijn om te weten of er zich nadien nog meer broedparen hebben gevestigd. Ook kan aandacht voor de gaai wellicht opheldering geven over zijn trekgedrag. Is er nog steeds trek van vele honderden exemplaren in het najaar en om welke aantallen gaat het dan?
Met hulp van zoveel mogelijk leden moeten we inzicht kunnen krijgen in de ontwikkelingen die sindsdien hebben plaatsgevonden. Daarom hebben we de gaai tot ‘Vogel van het jaar 2014’ gekozen. We roepen u op om al uw waarnemingen van gaaien door te geven.
Coördinatoren Dick Jonkers en Fred van Klaveren
Foto: Conny Leijdekkers