Inloggen

banner 3origineel20170118

bannerkoereigers

r

Het is inmiddels 5 uur ’s middags als we bij Oud Naarden uitkijken over het Gooimeer. Waar het meer, zoals Carla vorig jaar al schreef, in 2009 wit zag van de schuimkoppen door de harde wind, ziet het hele meer nu zwarte van de zwaluwen. Voornamelijk Gierzwaluwen, 1000en, zo niet 10.000en. Allemaal druk aan het foerageren boven het Gooimeer met in hun midden enkele Boeren- en Huiszwaluwen. Indrukwekkende aantallen zwaluwen zo boven het meer, de stevige wind is er debet aan. Het zijn niet de eerste groepen zwaluwen die we deze dag zien, maar wel de meest indrukwekkende en daarom tijd voor contemplatie.

RoodborstjeDe wekker ging vroeg vanmorgen, al om 03.15 uur. 4 Uur stond ik voor de deur, met een tas vol proviand, mijn optische aparatuur, een uitermate belangrijke thermoskan koffie en vol goede moed en wilde verwachtingen. Toen ook Marijn, Christian en Frank gearriveerd waren, kon de Big Day 2010 beginnen. Het startschot werd gegeven door een zingende Roodborst in de tuin van de buren. Het was losgebarsten, op weg richting de grootste uithoeken van het Gooi, ons werkgebied.

Eerste doel was een Ransuil, die in het verleden erg plaatstrouw bleek, maar vanmorgen geen zin had om te roepen. Het miezerde al de hele nacht en dat deed de ochtendactiviteiten van de vogels geen goed. Ook de Kerkuil wilde niet meewerken op Einde Gooi, dus het begin ging wat stroefjes. Maar gelukkig, op de terugweg richting Loosdrecht kwam de Ransuil toch nog mooi voor ons langsgevlogen en ging even later zelfs even in een kale boom zitten, zodat zijn silhouet mooi afstak tegen de nog donkere lucht. In deze vroegte een groep volbeladen fietsers was kennelijk een vreemd gezicht, want een Das die ons pad kruiste koos onverwijld het hazenpad.

Langzaam kwam het ochtenkoor op gang, terwijl wij onze tocht door het altijd saaie Loosdrecht voortzetten. Wilde Eend, Kievit, Spreeuw, Huismus, op deze dag telden zelfs de meeste algemene vogels mee en konden ze later zelfs van levensbelang blijken te zijn. Bij aankomst op de Lambertszkade, om 05.57 uur, stond de teller op 23, het bleef sprokkelen door het miezerweer en de flinke wind. Maar gelukkig bracht de hut op de Lambrechtszkade een boost aan onze verwachtingen. Grote Karekiet, Geoorde Fuut, Bruine Kiekendief, Krooneenden, overtrekkende Kemphanen, Koekoek, IJsvogel en een kakafonie aan rietvogels bracht de teller uiteindelijk op 53, we waren goed op weg en de dag die voor ons lag was nog lang, heel lang. Op de Lambertszkade verschenen de eerste groepen Gierzwaluwen en toen al waren we onder de indruk van de hoeveelheden. In de hut zat tegen een paal een vermoeide Gierzwaluw, die dankzij onze hulp weer het vrije luchtruim kon kiezen en zich kon voegen bij zijn ontelbare soortgenoten.

De Horstermeer stond als volgende stop op ons programma, een program waar we al weken, zo niet maanden mee bezig waren. Het finetunen van de route wordt ieder jaar een grotere uitdaging, veilig stellen van soorten is belangrijk om het record dat in 2005 op 139 is gezet, enigszins te kunnen benaderen. Onderweg zagen we de eerste Ooievaar, en de enige Boomvalk van de dag, alsook een meevallertje, Sperwer, een soort die in de voorbije jaren nogal eens tot frustraties kon leiden. De Horstermeer zelf was dit jaar voor het eerst in onze route opgenomen en stelde gelukkig niet teleur. Spotvogel wilde niet zingen vanwege de wind, maar Tapuit, Roodborsttapuit, Kneu, Nachtegaal, Blauwborst, Bosrietzanger en Sprinkhaanzanger deden allen hun best om door ons op de lijst gezet te kunnen worden. Om 8.20 uur verlieten we de Horstermeer, met de teller op 79.

Daarna was het in volle vaart richting het Spanderswoud voor de bosvogels. Fluiters zongen dat het een lieve lust was, Bonte Vliegenvanger liet ook niet lang op zich wachten, en ook de wat  algemenere soorten als Mezen, Boomklever, Boomkruiper en Grote Bonte Specht waren makkelijk te vinden. Goudvinken bleken dit jaar makkelijk, we zagen er meerdere, en ook deze soort heeft het niet alle jaren tot onze lijst gehaald. Maar de eerste klappen begonnen te vallen. Het nest van de Raven, waar twee dagen geleden nog bedelende jongen waren gehoord, bleef angstvallig stil. Waarschijnlijk waren de jongen ook dit jaar weer ten prooi gevallen aan de plaatselijke Havik. Ook het nest van de Zwarte Specht bleek in de afgelopen week verlaten. En hoe we ook zochten, Zwarte Mees leek wel uitgestorven in het Gooi. Het zou onze grootste misser van de dag worden. Ook Groene en Kleine Bonte Specht wilden niet roepen, de laatste zelfs niet in zijn territorium waar hij al weken druk aan het roepen was. Maar ook dat maakt een Big Day spannend, missers laten maar al te zeer blijken dat hoe goed de voorbereiding ook is, vogels altijd onvoorspelbaar gedrag blijven vertonen. Enigszins teleurgesteld bereikten we om 10.19 uur de Dodaarzen van de Natuurbrug, die gelukkig wel acte de presence gaven. Via de Natuurbrug liep de route dwars over de Heidevelden richting het Bluk en ondanks de aanhoudende miezerregen en de harde wind, bleven de soorten nog binnendruppelen. Er zong welgeteld 1 Boomleeuwerik op de hei, en 1 Veldleeuwerik, maar beiden waren belangrijke soorten voor ons doel. En zo bereikten wij om 11.33 uur de Lieberg, met de teller op 96 soorten.

De Lieberg bracht, zoals gehoopt, een zingende Iberische Tjiftjaf, in de week daarvoor door Rombout gevonden. Andere vogelaars die op de vogel af waren gekomen reageerden onthutst toen wij op onze ijzeren rossen aan kwamen scheuren, enkele seconden naar de vogel luisterden en terstond weer doorfietsten. De dagen ervoor hadden wij al uren genoten van de vogel, op deze dag telde niet de schoonheid van zijn zang, maar het turfje op onze lijst, hoe banaal dit ook moge klinken. De Vuurgoudhaan om de hoek bleek een trouwe zanger, we hoefden bijna niet te stoppen met onze fietsen en om 11.45 uur scoorden we dan eindelijk onze 100e soort, een Havik boven de A1.

Onderweg naar de Eempolders werd iedere naaldboom verwachtingsvol beluisterd, zou hier dan wellicht een verdwaalde Zwarte Mees zitten? Maar helaas, ook hier waren ze uitgestorven. De Eempolders brachten ons vele Steltlopers, maar geen onverwachte. De Ringmussen bij het gemaal waren druk bezig voedsel te zoeken voor hun jongen en bespaarden ons een tocht naar de Groeve Oostermeent. Om 14.06 uur werd dan ook de Hut aan het Eemmeer bereikt.

Helaas was het vrouwtje Topper van de afgelopen weken, niet te vinden. Maar gelukkig zwom er wel een man Zomertaling rond, een soort die dit jaar erg moeilijk bleek en die wij al op de lijst Mogelijk hadden geplaatst, terwijl hij al jaren op Waarschijnlijk meedeed in ons voorwerk. Ook een man Pijlstaart liet zich zien vanuit de hut. Daarna via het talud, langs de A27 naar onze meest belovende plek, uitzicht over de Natte Hond, de nieuwe eilanden ten oosten van de Stichtse Brug. En gelukkig hier bleken wel leuke Steltlopers te zitten. Naast grote groepen Bontbekplevieren zaten hier een Steenloper, drie Drieteenstrandlopers, twee Kanoeten, een groep Wulpen, maar ook soorten als Kolgans (een langverblijvend paartje waarvan de vrouw een gebroken vleugel heeft) en een Pontische Meeuw.

Om 16.29 brengt een zingende Cettis Zanger bij de Huizerpier, de teller op 123. Het begint er nu om te spannen. Het vaste mannetje Eider hebben we zojuist niet kunnen vinden en ook de Zwartkopmeeuwen van de Huizerhoef, bleken onvindbaar. Maar dat mag de sfeer niet verzieken want er ligt nog een heel stuk Gooi voor ons. En zo blijkt dat missers ook nog goed gemaakt kunnen worden als om 17.30 uur de bevrijdende roep van een Zwarte Specht op Oud Naarden, een inlopertje blijkt. Het is tijd om aan warm eten te gaan denken en via een toevallige Braamsluiper komen we aan bij onze vaste snackbar in Naarden, waar naast vette hap, vooral Koffie wordt genuttigd. Tijd voor spoedberaad, het is later dan voorzien en in de afgelopen dagen is al gebleken dat de Roeken van Muiden hun kolonie hebben verlaten. Besloten wordt om het stuk tot aan de Hollandse Brug en Muiden te laten vallen en ons vooral op het Naardermeer te storten. Zo wordt om 19.37 soort 126 bijgeschreven, Matkop op een van de meest betrouwbare plekken bij de Machine van het Naardermeer. Langzaam dringt het besef door dat het record niet gehaald gaat worden, maar dat een tweede plek er nog wel in zit. Eindelijk vliegen er twee Stormmeeuwen voorbij, daar hebben we ook lang naar moeten zoeken. Zwartkopmeeuwen komen inene massaal uit de lucht vallen en betekenen soort 129 voor ons. In de Heintjesrak en Broekerpolder blijkt zelfs een enorme groep Zwartkopmeeuwen te zitten, gaaf gezicht!

Uil in vluchtOm 20.18 uur bereiken we de Bovenmeent waar een Snor (130) ons al toezingt. Een Regenwulp (131) komt binnenvallen maar de Waterral wordt helaas slechts door twee van ons gehoord en mag dus niet op de lijst. Een overvliegende Havik doet de plaatselijke Watersnippen (132) in paniek opvliegen. Het begint nu toch snel te schemeren dus op naar onze vaste plek voor baltsende Houtsnippen. Moesten we daar in voorgaande jaren soms een half uur op wachten, jankend en gillend van de enorme hoeveelheden knutten op de plek, dit jaar vloog er al een vogel binnen een minuut langs (133). Ook de Kerkuil van de Ondermeent bleek mee te werken (134), de eerste keer in onze Big Day jaren dat we de soort ook daadwerkelijk te zien kregen. En niet zoals gewoonlijk pas na een uur of meer posten, dit keer kwam hij binnen vijf minuten nadat we gearriveerd waren, aanvliegen. Een onverwachte meevaller. Afsluiter was een nest piepende Bosuiljongen die daarmee soortnummer 135 werden, een waardige afsluiter van deze dag. Net geen record, maar wel een heel indrukwekkende score.

Al met al was het een mooi dagje vogelen in ons wonderschone Gooi. 120 Kilometer onafgebroken fietsen, ruim 19 uur onafgebroken vogelen, 1 lekke band, 3 afgelopen fietskettingen en een achterwiel dat niet mee wilde werken, hebben geen afbreuk kunnen doen aan onze verwondering over de vogelrijkdom in het Gooi. Het was een uitputtingsslag, maar wel een enorm enerverende, door de grote verscheidenheid aan vogelsoorten. Door de afwisseling van veel biotopen blijft het Gooi met kop en schouders uitsteken boven andere regio’s in Nederland. Er zijn maar weinig regio’s die voor een Fiets Big Day zo’n grote variëteit aan vogels kunnen opleveren.

Hans van Oosterhout

Met dank aan mijn medeteamleden, Marijn Prins, Christian Brinkman en Frank Derriks.