Na de vossen, nu ook de Kraaien. Hieronder eerst een artikel uit de Gooi-en Eemlander met o.a. VWG leden aan het woord. Daaronder een reactie van Vogelbescherming, ook uit diezelfde Gooi- en Eemlander
’Kraaienterreur’ onder weidevogels, Gooi- en Eemlander 13 mei 2017:
’Broekzijder Polder is dood’ Kauwen doen zich te goed aan kuikens Aantallen blijven gelijk
Weesp Het waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV) zou meer kunnen doen door in poldergebieden het waterpeil omhoog te bregen. Pas dan kunnen weidevogels voldoende voedsel vinden voor zichzelf en hun jongen, betoogde Peter van der Kraan gisteren in deze krant.
De boeren die aan agrarisch natuurbeheer doen, beschermen de nesten in hun landerijen, markeren deze en gaan later in het seizoen maaien. Maar met nestbescherming ben je er nog niet. Als de kuikens (pulletjes) geboren zijn en rond gaan lopen in de weilanden loert er weer een ander gevaar: kraaien. De Weespse Willy Verweij en haar man hebben een bedrijf aan de Kanaaldijk. „Ik heb op dit moment kraaien, die als er maar even kuikens met hun moeder in de wei lopen, toeslaan. De kuikens kunnen niet ontkomen aan die zwarte kraaien. Zo hard om te zien in de natuur”, vertelt zij geschokt. Melkveehoudster Marieke Volkering van de Sonnehoeve in Muiderberg kent het kraaienprobleem. „In het begin van het voorjaar leek het mee te vallen, maar ik heb nu een beetje het idee dat er weer wat meer zijn.” Vogelaar en IVN-natuurgids Bertus van den Brink wijt deze ’kraaienterreur’ in de weilanden aan het verstoorde natuurlijk evenwicht. „Ik ga vaak naar de Eempolder bij Eemnes. Kraaien en kraaiachtigen zoals kauwen, Vlaamse gaaien, eksters, maar ook wezels, vossen, hermelijnen en verwilderde huiskatten doen zich te goed aan weidevogelkuikens. Kraaiachtigen hebben snel door dat er ergens wat te halen valt. Ze eten afval, hondendrollen, boterhammen uit weggegooide zakjes brood. Als er zoveel aanbod is, kunnen ze meerdere keren per jaar jongen grootbrengen en die moeten ook eten. Zodra er veel kraaien in de bebouwde omgeving zijn, schuiven de volwassen jongen op naar de randen van het buitengebied. Daar zijn kuikens een makkelijke prooi.”
Kieviten
De kraaien die in de polder naar voedsel zoeken kunnen kieviten bijvoorbeeld zelfs ’terroriseren.’ Van den Brink: „Kieviten kunnen hun nest en de jongen wel verdedigen tegen kraaien, hoor. Maar als ze in groepen komen en de ene na de andere uitvallen naar de ouders doen, raken die vogels uitgeput.” Jur van den Bosch is veldmedewerker van de Agrarische Natuur- en Landschapsvereniging Vechtvallei. „Er zijn verschillende factoren die meespelen bij de terugloop van weidevogels. De predatoren natuurlijk, zoals de vos en kraaien die jagen op eieren en pulletjes. En als er nog nesten in het grasland zijn, het vroege maaien van weilanden.” De boeren stellen het maaien tegenwoordig langer uit en doen van alles om het tij te keren. Maar kraaien doen zich massaal te goed aan de jonge vogels. „Ik zie groepen van 80, 90 kraaien rondvliegen in de Broekzijder Polder bij Abcoude. Die polder is helemaal dood”, stelt hij droevig vast. „Ook in de Aetsveldse Polder is het fenomeen bekend. Tja, vroeger werden kraaien bejaagd. Dat gebeurt nu niet meer, want kraaiachtigen zijn beschermde vogels.” Ze worden net als alle andere wilde, inheemse vogels beschermd door de Flora- en Faunawet. Meer beschutting bieden aan pullen helpt maar ten dele, vertelt Van den Bosch. „Pullen foerageren niet in het hoge gras. Als het gras te lang wordt kunnen de kuikens geen eten zoeken.” Wat wel helpt is bloemrijk grasland”, vertelt hij. „Plukken gras met plukken boterbloemen en zuring laten staan waarin pulletjes beschutting vinden.” Mark Kuiper van Collectief Noord-Holland Zuid, een coöperatie van agrariërs die zich inzet voor natuurwaarden op het boerenland, nuanceert het beeld van kraaienterreur. „Het is een bekend verschijnsel, maar er zijn plaatselijk grote verschillen. De laatste tien jaar zien we juist dat bij alle weidevogels de aantallen gelijk blijven.” Kuiper benadrukt dat open polders zonder hoge bomen en bosjes voor kraaien oninteressant zijn. Overigens mogen kraaien met een ontheffing van de provincie bestreden worden.
Kraaienoverlast naar rijk der fabelen Gooi- en Eemlander 13 mei 2017
Hilversum Verhalen van agrariërs en natuurbeheerders ten spijt, verwijst Vogelbescherming Nederland de kraaienoverlast naar het rijk der fabelen.
’Het is een fabel dat kraaiachtigen sterk in aantal toenemen. De landelijke getalsontwikkelingen van Sovon Vogelonderzoek voor kraaien, kauwen, eksters en roeken laten dit zien. Plaatselijk kunnen er veel voorkomen, maar dat is op grotere schaal niet zorgelijk. Een andere fabel is dat zangvogelpopulaties worden bedreigd door kraaiachtigen. Natuurlijke predatie hoort erbij en houdt de populaties juist sterk en gezond. De aanwezigheid van de vogels wordt vooral bepaald door voedsel en nestgelegenheid’, aldus de website. Vogelbescherming biedt oplossingen om overlast te verminderen. ’Voedselaanbod beperken, zwerfafval en open vuilnisbakken weghalen, bijvoeren van vogels beperken. Vanaf augustus het aantal nestgelegenheden verkleinen, door het afdichten van gaten en het plaatsen van kapjes boven schoorstenen.’ Ook vogelvriendelijk groenbeleid helpt: niet alleen hoge bomen en grasvelden, maar meer struiken.