Vanmorgen verzamelden we ons bij station Bussum-Zuid voor de excursie naar de Oostvaardersplassen. Tijdens het wachten zagen we in de bomen langs de parkeerplaats 3 mannetjes Goudvink die hun klaaglijke roepje lieten horen, mooi begin van deze excursie. Om 9 uur werd er allereerst overlegd wat te doen, want Koning Winter had vannacht weer aardig wat kussens opgeschud wat tot gevolg had dat de wegen spiegelglad waren. Han vond het te gevaarlijk om naar de Oostvaardersplassen via de Oostvaardersdijk te gaan i.v.m. deze gladheid dus stelde hij voor om een alternatieven excursie te gaan doen. We waren met 10 man/vrouw dus wilden wel iets gaan ondernemen, na wat over en weer gepraat besloten we richting Jan van der Boschpad te gaan en vanaf daar zouden we wel zien hoe de wegen waren.
Na een glibberige tocht, waarbij we langs de weg een roofvogel zagen zitten, die door sommige mensen als een uil gezien werd maar weer door andere als buizerd benoemd werd, kwamen we bij het nieuwe Bezoekerscentrum de Oostvaarders aan. Vandaar gingen we richting uitkijkpunt bij het Hugo de Vriespad.
Ongelooflijk veel kramsvogels vlogen er in groepjes van 20 á 30 al tjakkend over ons heen, volgens Han waren het er minstens 5000. Wat een prachtig gezicht en gehoor, ik heb er nog nooit zoveel tegelijk gezien. Al turend over de ijsvlakte zagen we in een kale boom vlak bij het Zeearend nest een grote vogel zitten die toen hij zich even uitschudden en zijn vleugels strekte er ook daadwerkelijk één bleek te zijn. Niet slecht zo’n begin.
In het riet klonk plots een helder geping en al rap hadden we 5 baardmannetjes in de kijker. Vlak langs het pad bengelde ze, baardman en baardvrouw, aan de rietstengels zodat we ze goed konden zien, toch wel aardig van ze. Midden op het pad stond een grote groep Przewalskipaarden een beetje te dromen. Gelukkig kwam er een auto van de boswachter aan die de kudde van het pad af dreef zodat we door konden lopen. Wel bijzonder om die wilde paarden op nog geen 5 meter afstand te passeren, heel indrukwekkend en vooral toen twee hengsten plotseling met elkaar op de hoef gingen.
Bij het uitkijkpunt aangekomen was het tijd voor een koffiepauze en onder het genot van een kopje koffie/thee stonden we de omgeving af te speuren. Omdat het water bevroren was was het qua watervogels natuurlijk niets maar de aanwezigheid van de roofvogels en een paar vossen die over de slootjes huppelden maakte alles goed. Een slechtvalk zat voor de uitkijkbult in een kale struik te suffen, twee vrouwtjes blauwe kiekendief waren aan het jagen over het riet en joegen de honderden kramsvogels die langs de rietkragen zaten constant op.
Na een behoorlijk stief kwartiertje werd het aardig druk op de uitkijkbult en besloten we om terug te gaan naar de auto’s. Langs hetzelfde pad ging de weg terug en plotseling begon Arnold wild te zwaaien en te roepen: Roerdomp-roerdomp. Iedereen was natuurlijk meteen bij de les en we zagen een roerdomp rustig langs het riet van ons af vliegen naar de overkant om daar neer te strijken, twee passen in het riet te doen en spoorloos te verdwijnen, wat een mazzel hadden we weer.
Bij de auto werd er weer overlegd wat te doen en besloten we naar het Blocq van Kuffeler te gaan. Daar aangekomen zagen we al snel een hele grote groep nonnetjes (man en vrouw) in de kom liggen tussen de tientallen kuifeenden, een aantal brilduikers, tafeleenden, futen, stormmeeuwen, aalscholvers en smienten.
Ik vind het altijd een feest om deze prachtige eendjes te zien, vooral de mannetjes zijn zo mooi getekend. Vlak voordat we weer verder richting Kleine praambult gingen kwam er ook nog een man Grote Zaagbek overvliegen. De kijkhut de Kluut lieten we links liggen om meteen richting het wildrooster te gaan, op zoek naar de Ruigpootbuizerd die daar in de omgeving de laatste tijd steeds word gezien. Bij het rooster aangekomen zagen we een fotograaf langs de kant, met zijn telelens gericht op het riet staan, helaas heb ik niet kunnen zien waar hij naar keek maar Poul en zijn medepassagiers hebben een Roerdomp vlak voor de fotograaf in het riet zien staan.
We stopten een klein stukje verder voor het rooster om de omgeving af te speuren. Arnolds oog viel op een vogel die vlak over de bomenrand vloog wat nadat hij iets draaiden een Rode Wouw bleek te zijn, WOUW wat een geweldige waarneming, daar had ik totaal niet op gerekend. Onze tocht ging verder richting het Arendbuizerdveld, want dat is de plek waar de Ruigpoot deze winter steeds zit. Daar aangekomen zagen we meteen een hele lichte buizerd waarvan we dachten, dat is hem. Maar na goed kijken bleek het toch een gewone buizerd te zijn, hoewel gewoon is eigenlijk niet helemaal waar want het was een heel bijzonder gekleurde buizerd. Hij was aan de onderkant precies getekend als een Ruigpootbuizerd maar zijn vleugels waren heel bijzonder gekleurd. Heel licht oranje/roze met een lichte rand. Een prachtig mooi beest, maar helaas niet de Ruigpoot. Maar die liet ook niet lang op zich wachten want een klein stukje verder kwam hij plotseling aangevlogen om in het riet neer te strijken en even later weer op te stijgen om een mooie show voor ons te geven. Zwevend, biddend en vliegend zodat we al zijn kenmerken goed konden bekijken en toen voor 150% zeker waren dat dít HEM was.
Vanuit hier gingen we naar onze laatste stop: De Grote Praambult. Onder een straf windje zagen we een grote groep puttertjes van de struiken steeds naar de grond gaan om tussen (weer) de tientallen kramsvogels te foerageren.
Een aantal buizerden waren er ter plaatse, wat grauwe ganzen en 4 vossen zaten, holden of trippelden tussen de runderen door. Een dood dier, we denken een edelhert, was te min voor ze want na wat gesnuffel werd het minachtend voorbij gelopen. Door de polders reden we weer richting station Bussum Zuid om daar, na de excursieleiders bedankt te hebben voor de geweldige dag, richting huis te gaan.
Wat een heerlijke dag was het ondanks de kou en gladheid, allemaal bedankt voor de gezelligheid.
Conny Leijdekker
foto Nonnetjes: Conny Leijdekker)
foto voorpagina: Ruigpootbuizerd