Inloggen

banner 3origineel20170118

bannergrotebontespecht

r

kramsvogelVandaag, 31 januari 2010 heeft er een massale sneeuwtrek van Krams- vogels over het Gooi plaatsgevonden. In de Eempolder zijn 3100 voorbij trekkende vogels geteld in anderhalf uur.  De Kramsvogels vlogen laag over de grond in groepen van soms meer dan 200 vogels.  En niet alleen hier, maar in heel Nederland zijn 10.000-den Kramsvogels gezien die linea recta naar het zuidwesten vlogen. Het motto leek:  wegwezen!,  als in een rampenfilm. Blijkbaar hebben de vogels niet meer het gevoel dat het voorjaar op korte termijn in zal treden en ze trekken daarom massaal naar het gebieden met hogere temperaturen en minder sneeuw.
Het heeft te maken met de extreme kou en sneeuwval in januari in Polen en noord-Duitsland waardoor de vogels toch al meer naar het zuidwesten waren afgezakt dan normaal. De sneeuwval van vrijdag en zaterdag heeft het laatste zetje gegeven.
Vaak zien we Kramsvogels en Koperwieken in gemengde groepen foerageren. Maar waarom waren er in de groepen trekkende vogels dan nauwelijks Koperwieken te bespeuren?  De reden is dat we aan de noordelijke rand van het winterse verspreidingsgebied van de Koperwiek zitten. De meeste Koperwieken zijn ons dus al gepasseerd. Dit in tegenstelling tot de Kramsvogel die in de milde winters tot halverwege Scandinavie overwintert en ook in Polen.

ganzen

Deze trek is niet uniek voor Kramsvogels, maar komt ook voor bij andere soorten die in onze streken overwinteren. Deze winter hebben we het vooral kunnen zien bij ganzen. In de gematigde winters, waar we zo langzamerhand aan gewend zijn geraakt, verblijven de meeste ganzen in Friesland.  In januari van dit jaar is er echter door de zware sneeuwval in Friesland een ware uittocht geweest van de "Friese" ganzen. Als gevolg daarvan zaten er de afgelopen periode in de Eempolder en het Vechtplassengebied 10.000-den ganzen, een veelvoud van de vorige winters. Maar nu de winter ook in onze regio aanhoudt, reizen de  ganzen  nog verder naar het zuiden.  Zo zien de tellers in de Biesbosch voor Brabantse begrippen ongekende aantallen Kolganzen en Brandganzen voorbij komen. 
Voor birdwatchers zijn deze trekbewegingen een fraai en indrukwekkend schouwspel. Voor de vogels in kwestie is het echter een riskante onderneming waarbij veel slachtoffers vallen. Het is kiezen tussen twee kwaden. Blijven in de zone met veel sneeuw en ijs kan de hongerdood betekenen, maar trekken brengt weer veel andere, onbekende risico's met zich mee. Jagers vormen voor de ganzen het grootste risico. In onze, redelijk beschaafde regionen, maar meer nog in Frankrijk waar de ganzen een waar spervuur van Franse jagers staat te wachten. Het valt voor de vogels te hopen dat de dooi snel intreedt en dat ze niet zo ver naar het zuiden af hoeven te reizen.

Dirk Prop