Jan Nijhof houdt van taal en vogels. Hij heeft nu de herkomst van de latijnse vogelnamen herleid en heeft deze in bijgaande lijst gepubliceerd.
Altijd nuttig om te weten. Of is hij de enige die aan deze afwijking lijdt? Als je aanvullingen of correcties hebt, plaats deze dan op ons forum. Daarom ben ik ook nog wel eens bezig met de betekenis en herkomst van vogelnamen. Verder is het mij opgevallen dat plantenhobbyisten met het grootste gemak wetenschappelijke namen hanteren (ze moeten wel, planten hebben vaak geen Hollandse of Engelse namen). Vogelaars niet, die houden het bij Hollandse namen en vinden het Latijn een ver van mijn bedshow. Als het niet anders kan, op vakantie in Verweggistan, hanteren ze Engelse namen. Daar is op zich niets mis mee, maar die huiver van je afzetten en af en toe toch eens naar die wetenschappelijke naam kijken kan op zijn minst geen kwaad en is zelfs vaak wel leuk. Daar zijn boekjes voor en je kan natuurlijk ook op internet zoeken. Dat vraagt enige volharding. Het zou prettig zijn als er iets makkelijker toegankelijks was, waardoor vogelaars mogelijk hun Latijnse namenfobie wat verliezen.
Nu zal het iedereen die die Latijnse namen bekijkt opvallen dat delen daarvan ook elders voorkomen. Het leek me dus wel aardig de betekenis van die delen uit te zoeken i.p.v. de betekenis van de hele vogelnaam. Je krijgt dan een soort vogellatijn woordenboekje, een mini-cursusje wetenschapsjargon. Dus heb ik die delen gealfabetiseerd in de spelling/vorm zoals ze in de vogelnaam voorkomen, dus niet teruggebracht zoals die term in het echte Latijn of Grieks eigenlijk luidt. Die termen heb ik, met behulp van dergelijke boekjes en internet, hertaald tot de betekenis die ze in het vogeljargon hebben, zonder gehinderd te worden door eigen kennis van het klassieke Latijn of Grieks (ik ben HBS-er). Dat resulteerde in iets meer dan 6 A-4-tjes waarmee ikzelf me in ieder geval aardig vermaak.
Jan Nijhof