Op deze donkere, regenachtige ochtend van 2 januari 2016 heb ik mij opgesteld bij de Stichtse brug omdat ik een beeld wil krijgen van de dagelijkse trek van de ganzen van de Flevopolder naar het Gooi en omstreken. Deze vogels zijn echte forenzen: ze slapen in de polder en gaan voor hun werk (want zo mag je het foerageren van deze vogels wel noemen) naar het Gooi en omstreken. Om tien voor negen hoor ik de eerste Kolganzen en in het uur erna is er een continue stroom in groepjes van enkele 10-tallen tot 100-den. De vogels trekken over een breed front van meerdere kilometers met het zwaartepunt vlak ten oosten van de Stichtse Brug. *** Update 9 jan 2016 met slaapplaatstelling Eemmeer ***
Ze maken de indruk de route te kennen en vliegen in een rechte lijn, maar er zijn ook vogels die boven het Gooimeer ter hoogte van Huizen hun vliegrichting in oostelijk richting bijstellen, alsof ze een opdracht van de luchtverkeersleiding hebben ontvangen. Blijkbaar hun kompas niet helemaal goed gezet. Waar gaan deze vogels naar toe en waar komen ze vandaan? De hoofdmoot is op weg naar de Eempolder waar ze overdag bij 100-den soms zelfs 1000-den zijn te zien. Als je op een vroege ochtend op de zomerdijk gaat zitten dan zie je de ganzen uit noordelijke richting aankomen en met veel gejank invallen op de weilanden. De herkomst van de ganzen is zo’n beetje te extrapoleren uit hun vliegrichting. Ze komen uit het noordwesten en als je deze lijn doortrekt dan kom je uit in de Oostvaardersplassen. Uit de slaapplaatstelling van SOVON weten we dat hier inderdaad enkele grote slaapplaatsen zijn van vele 10.000-den vogels. Vliegt een gans de hele winter dezelfde route tussen slaapplaats en foerageergebied? Sommige ganzen hebben een halsband om met een 3 lettercode en zijn zo individueel te herkennen. Dankzij een aantal fanatieke waarnemers die deze halsbanden met een telescoop aflezen krijgen we een aardig beeld van het reilen en zeilen van de ganzen. Uit deze waarnemingen blijkt dat ganzen een grote plaatstrouw hebben. Heel vaak wordt eenzelfde gans gedurende de winter meerdere malen afgelezen in hetzelfde gebied, soms zelfs in hetzelfde weiland, en dat jaren achter elkaar. Het lijkt dat elke vogel zijn favoriete overwinteringsgebied heeft. Toch is deze regelmaat maar betrekkelijk, voor een gans is geen dag hetzelfde. Maar al te vaak is hij genoodzaakt van zijn vaste patroon af te wijken: mist, harde wind, jagers, een overvliegende zeearend, een boer die het land bewerkt. Het roer hoeft in deze gevallen weliswaar niet helemaal om maar dit kan bijvoorbeeld wel betekenen dat de gans een regionale switch maakt van de Eempolder naar de Keverdijkse Polder. De grootste veranderingen treden echter op bij vorst en sneeuw, wanneer de ganzen hun favoriete voedsel, gras, niet meer goed kunnen bereiken. In zo’n periode moet een gans een belangrijke beslissing nemen: afwachten tot het weer beter wordt of in zuidelijke richting trekken waar wellicht minder sneeuw ligt (maar misschien juist meer…) en waar hij minder goed op de hoogte is van de plaatselijk omstandigheden. Maar te lang wachten is niet verstandig (want uitputting en een zekere dood) en je ziet dan ook bij invallend winterweer enorme trekbeweging van de ganzen. Dus ondanks de vaste patronen blijf het winters verblijf in Nederland toch een behoorlijk dynamisch gebeuren. Dit zien we ook bij de geringde ganzen die meerdere malen in de Eempolder worden afgelezen, de stamgasten zeg maar, ook deze vogels kunnen zonder duidelijke aanleiding plotseling op een andere plaats in Nederland opduiken, zoals de favoriete pleisterplaatsen in zuid-west Friesland, Kampen, de uiterwaarden of Zeeland. Misschien doen ze het wel om kennis te blijven houden van de omstandigheden elders in Nederland, voor het geval van je weer maar nooit. En dat alles om zo goed mogelijk te overwinteren zodat ze in goed conditie in april op reis kunnen gaan naar hun broedgebieden in Archangelsk en verder.
Maar terug naar mijn waarneming op de ochtend van 2 januari. Ik telde tussen 8:50 en 10:00 uur in totaal 3880 Kolganzen. Er zullen ook Brand- en Grauwe ganzen tussen gevlogen hebben, dat was door de grote afstand niet altijd te zien of te horen maar veel waren dit er naar mijn indruk niet. Het aantal getelde Kolganzen zal in werkelijkheid hoger gelegen hebben want door het slechte weer en het brede front waarlangs de ganzen trokken, zal ik heel wat gemist hebben. In bijgaand kaartje heb ik de (geëxtrapoleerde) trekbeweging getekend op basis van mijn waarnemingen vanochtend.
Het blijft een indrukwekkend schouwspel om zulke massale migratie te zien. Vragen blijven er volop. Wat ik mij bijvoorbeeld afvraag waarom de Kolganzen naar de Oostvaardersplassen vliegen in plaats van te overnachten in het Eemmeer, dat naast hun foerageergebied ligt. Om dergelijk vragen te beantwoorden en populatie veranderingen te monitoren organiseert SOVON twee keer per jaar een landelijk slaapplaatstelling. In het weekend van 9 januari is de tweede telling. Wil je meedoen meld je dan aan bij Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Aanvulling 9 januari 2016
Op 9 januari heb ik postgevat aan het einde van de Hardewijkerweg om de slaapplaats van het Eeemeer te tellen. Boven mij hoor ik overal gefluit van de Smienten die vanuit de weilanden naar het Eemmeer trekken om daar al dobberend de dag door te brengen. Ik de duisternis zie ik groepjes van 10-tallen langs vliegen. Op grond van tellingen die ik overdag heb gedaan zijn het er minstens 30.000.
Vlak na achten trekken er grote groepen ganzen de Eempolder in, afkomstig van de slaapplaats in het Eemmeer (zie kaartje hieronder).
Ik tel 7500 Brandganzen en 1750 Kolganzen. Het is nog donker, dus de verhouding Brandgans/Kolgans is een schatting.
Om 8:30 zijn de meeste vogels van de slaapplaats Eemmeer voorbijgetrokken en nu zie ik de groepen ganzen voorbijtrekken die afkomstig zijn van slaapplaats OVP. De groepjes vliegen iets hoger en in een strakkere formatie. Ze bestaan voornamelijk uit Kolganzen. Ik tel 2800 Kolganzen en 350 Brandganzen.
Hieronder de trek van de ganzen van Eemmeer op 9 januari.
Dirk Prop