Inloggen

banner 3origineel20170118

bannergrotebontespecht

r

Maan en ganzen, deel 2Half januari 2014 is de tweede slaapplaatstelling van ganzen en zwanen gehouden. Een bijzondere ervaring om voor de ochtendschemering in het veld te zijn, maar opnieuw bleek ook dat het niet eenvoudig is om de aantallen overnachtende ganzen nauwkeurig te bepalen. De eerste verslagen zijn nu hier te lezen.

Spiegelplas en omgeving (11 januari 2014, Folkert de Boer)

Het is nog donker als ik op 11 januari iets voor achten de parkeerplaats bij het jachthaventje van de Spiegelplas bij Nederhorst den Berg opdraai. Als ik mijn auto uitstap word ik verwelkomd door een groepje luid krijsende Nijlganzen. De toon is gezet op deze natte koude zaterdagmorgen, en ik hijs me op mijn vouwfietsje om me naar de geplande plek halverwege het fietspad tussen de spiegelplas en de Ankeveense plassen te begeven.

Na 3x gestopt te zijn voor roepende overvliegende ganzen die ik niet kan ontwaren, kom ik erachter dat het mijn vouwfiets is die aanloopt, wat exact klinkt als een kruising tussen een gemengd groepje grauwe en kolganzen.

Inmiddels vliegen de eerste echte groepen ganzen ook over. Alleen komen ze niet zoals verwacht van de spiegelplas, maar vanuit de Ankeveense plassen. Sterker nog, naar later blijkt is er geen enkele gans op de spiegelplas te ontwaren. Was het weer te ruig, of zitten ze sowieso liever op de Ankeveense Plassen?

Precies drie kwartier voor zonsopgang sta ik op de plek, vanwaar ik zie dat de ganzen uit de Ankeveense Plassen mij aan alle kanten voorbij vliegen.

Op de spiegelplas zie ik slechts meerkoeten (150+), en een neerstrijkende groep smienten (80). Tussen de bomen, zie ik op het deel van de ankeveense plassen wat ik kan zien (bij de s-bocht in het fietspad) zo'n 1000 kolganzen en 550 grauwe ganzen.
Maar de overvliegende ganzen komen uit een veel breder gebied, en vliegen in verschillende richtingen. Het gros vliegt over Nederhorst ten Berg, waarschijnlijk richting polder Baambrugge, maar ook vliegen er heel wat richting de Horstermeer, en kleinere aantallen (of tenminste niet goed zichtbaar vanaf mijn punt) richting Aetsveldsche Polder naast Weesp.

In totaal tel ik binnen het uur 719 overvliegende Kolganzen, 502 overvliegende grauwe ganzen, 270 voor mij ondetermineerbare overvliegende ganzen en 13 hardlopers.

En daarnaast dus de minimaal 1550 getelde ganzen ter plaatse op de ankeveense plassen, maar daar zit ook overlap tussen en zal dus niet opgevoerd worden in de telling.

Dit is waarschijnlijk een zware onderschatting van het aantal ganzen wat hier overnacht. Door mijn positie heb ik waarschijnlijk een hoop gemist en eigenlijk was ik iets te laat op het punt van telling.

Als het aantal overvliegende ganzen na 9u snel afneemt, de Ankeveense plassen leeg zijn en de miezerregen steeds ijziger wordt, verlaat ik mijn post en fiets ik toch nog even door naar de Horstermeer waar zich inmiddels 850+ kolganzen, 35 brandganzen en zo'n 100 grauwe ganzen bevinden. Ook komen er nog steeds grote groepen (100en) kolganzen aanvliegen uit de richting Ankeveen/ Naardermeer.

Op de weg terug zie ik nog een leuke groep vinken, putters, sijsen en barmsijsen, waarmee ik de koude, maar toch wel geslaagde ochtend afsluit.

Hilversemse Bovenmeent en omgeving (11 januari 2014, Juun de Boer)

Als ik tegen half acht in het pikdonker voor mijn eerste ganzenslaapplaatstelling bij de Bovenmeent kom aanfietsen is het opeens: WHOEPPP! Niets te zien nog maar er moeten op dat moment op nog geen 100 meter afstand héél veel ganzen - 1000?, 2000? - op de wieken gaan. En dat is nou natuurlijk helemaal niet de bedoeling… Ik had me zo voorgesteld om bij het langzaam lichter worden in alle rust kleine groepen ganzen te zien opstijgen en te kunnen tellen. Maar het is niet anders. In ieder geval is weer duidelijk dat de Bovenmeent heel belangrijk is als rustige en veilige slaapplaats voor ganzen die overdag tot in de wijde omgeving foerageren.

Na een minuut of vijf keert gelukkig langzaam de rust terug. Veel ganzen zijn toch weer ergens neergestreken op wat kleine groepjes na die ik boven mijn hoofd nog rond hoor vliegen. Vanaf kwart voor acht, als het langzaam wat lichter is geworden, wordt het een druk vliegverkeer. Groepen tot zo’n 400 grauwe en kolganzen komen aanvliegen meestal vanuit het Noordwesten - van de Bovenmeent en het wat verderop gelegen Spookgat - en vliegen over mijn hoofd richting de omliggende polders. Het hoge “gekef“ van kollen, het wat bedaagdere gegak van grauwe ganzen klinkt overal om mij heen. Een nogal chaotisch patroon, het zijn bepaald geen rechte vlieglijnen naar duidelijke bestemmingen.

Toch is wel duidelijk dat veel groepen uiteindelijk koers zetten naar de graslanden rond de Hilversumse Meent en dat sommige nog wat verder gaan richting de polder ten oosten van Ankeveen. Eén groep van zo’n 400 vooral grauwe ganzen vliegt in tegenovergestelde richting naar het noordwesten. Vermoedelijk op zoek naar een lekker ontbijt in de graslanden rond de Keverdijk.

Tegen 08.00 uur een watersnip en, warempel, de eerste hardloper in het nog schaarse licht.

De groepen worden steeds kleiner, de meeste ganzen zijn nu wel vertrokken op een kleine groep na van zo’n honderd niet te determineren ganzen op het water aan de noordwestkant van de Bovenmeent.

Er komt nog een groepje brandganzen langs die ik, als ik rond kwart voor negen weer op de fiets stap, in een groep kolganzen terug zie bij de Hilversumse Meent. Het is ondertussen nat geworden en ik ben blij dat ik richting de koffie kan na de, ondanks de valse start, toch geweldige ervaring.

Eemmeer (12 januari 2014, Dirk Prop)

Het vriest als ik om half 8 vertrek. Op de fiets, dus ik hoef geen ruiten te krabben. Ik rijd naar de oever van het Eemmeer aan het einde van de Hardewijkerweg. Ik moet nu beslissen of ik het binnenland inloop om de ganzen op de weilanden te tellen of aan de rand van de Kampen te kijken of er ganzen in het Eemmeer zitten. Ik kies ik voor het laatste. Een goede keuze want bij het dagen blijken hier veel ganzen te zitten, maar deze keuze betekent wel dat ik niet weet hoeveel ganzen in het weidevogelreservaat hebben overnacht.

Ik tel 5300 Kolganzen die vooral dicht langs de oever bij de Kampen zitten. De Brandganzen zitten met name bij de Natte Hond. Ik kan deze vogels pas schatten als het lichter is geworden. Tot dan kan ik alleen maar ontwaren dat er veel vogels zitten maar welke? Lastig is dat de telescoop bij deze windstille omstandigheden telkens beslaat. De genoemde aantallen zijn dan ook meer schattingen dan tellingen. Vanaf 8.45 vliegen er groepen van 100-den vogels naar het zuidoosten, de Eempolder in.

zonsopkomst

Soms vliegen grote groepen laag over me heen, wat tegen de achtergrond van de oranjekleurige zonsopkomst een overweldigend beeld geeft.

Ik tel 4800 Brandganzen en verder in totaal 670 Grauwe Ganzen. De vogels maken geen haast om naar de foerageergebieden te vertrekken. Zelfs om 9.30 zijn nog steeds vogels op de slaapplaats aanwezig.

lama

De lama is vaste bewoners van dit dijkje en is de ganzen gewend maar vindt mij wel een vreemde indringer. Van grote afstand volgt hij wat ik doe.

Het resultaat van deze telling is heel anders dan die van november toen er bijna geen ganzen in het Eemmeer zaten. De ganzen overnachtten toen allemaal op de weilanden, en verder vermoedelijk in de Flevopolder.

Behalve de ganzen schat ik minimaal 20.000 Smienten en 650 Kieviten in het Eemmeer en de Natte Hond. Nog veel andere soorten zijn aanwezig maar te veel en ook te ver weg om een volledige telling te doen.

kolganzen

Het Eemmeer en de oever van de Kampen vormen een uniek natuurgebied. Jammer dat het gebied veelvuldig wordt verstoord door stuntende sportvliegtuigjes en gemotoriseerde deltavliegers die vanaf de Flevopolder langdurig boven het gebied rondtouren. Vreemd dat dat wordt toegelaten in zo'n kwetsbaar Natura-2000 gebied.

Op de terugweg fiets ik langs een weiland waar 5 Velduilen rondvliegen. Ook leuk.

(De foto's zijn snapshots met mijn telefoon)

De verslagen van de slaapplaatstelling in november 2013 zijn hier te lezen.

Naardermeer, de Machine (12 januari 2014, Rob Baars)

naardermeer

Vanmorgen vroeg koud en windstil, lichte mist, een dun vliesje ijs op de slootjes en bevroren rijp op het gras. En een prachtige zonsopkomst.

Toen ik om kwart voor acht arriveerde vlogen de eerste groepjes Kolganzen hoorbaar maar nog onzichtbaar naar het Noorden. Op het meer zag ik even later bij beter licht 150 Grauwe Ganzen dobberen. Ook een groepje Grote Zaagbekken, Brilduikers en Smienten, plus een Nonnetje.

Af en toe kwamen weer enkele tientallen Kollen over vanuit het zuidelijk deel van het Naardermeer, tot er rond kwart over acht in de verte een enorme wolk Kollen over de Keverdijkse polder naar NW vloog. Dat moet de hoofdmacht vanuit de Bovenmeent geweest zijn, waar Juun gisteren over berichtte. Grof geschat kwam ik op minimaal 2000 exx. Vanuit het Spookgat kwamen een voor een de uitgeslapen Grote Zilverreigers omhoog, 17 in totaal.

Rond de Machine was het leukste een zingende Glanskop, een soort die ik niet eerder hier zag. Ook een IJsvogel, Boomklever, Sijzen, Goudvink ter plaatse. Havik en Waterral riepen kortstondig.

Na afloop nog even naar de Keverdijkse polder gereden, waar zo'n 300 Kollen aan het grazen waren. De rest van de grote groep is dus verder doorgevlogen naar het Noordwesten (Muiden?).

In totaal telde ik:

  • 150 Grauwe Ganzen op het Grote Meer, na half negen voor het merendeel vertrokken
  • 210 Kollen vanuit Naardermeer Zuid (ten zuiden van spoorlijn: Bovenste Blik/Veertig Morgen?)
  • 120 Kolgans vanuit het Spookgat
  • 2000+ Kolgans uit het ZW, waarschijnlijk Bovenmeent