De deelnemers aan de excursie naar Zouweboezem hoorden pas bij terugkeer in het Gooi dat dit de laatste excursie onder leiding van Bertus van de Brink was geweest. De nieuwe aanstormende generatie excursieleiders zal hier een hele kluif aan hebben om dit gemis in te vullen. Wobbe schreef een verslag van deze historische ochtend.
Op 11 mei ’s ochtends om 6 uur had een klein gezelschap zich verzameld bij station Bussum Zuid. Martijn was met de brommer uit Amsterdam gekomen en had er al een hele rit op zitten. De Zouweboezem stond op het programma en met twee auto’s vertrokken we richting Lexmond. Er hing spanning in de lucht. Dat leverde in ieder geval een prachtige zonsopkomst.
Bij de Zouweboezem werden we verwelkomd door twee jagende bruine kiekendieven. Man en vrouw achter elkaar. Kijk riep Bertus, nu kun je goed het verschil zien tussen man en vrouw. De man met scherp afgetekende vleugelpunten en vrouw met gele pet. Onze oren trokken de aandacht. Verderop, boven het weiland schetterden een groep zwarte sterns, van links naar rechts, van boven naar beneden, prachtig om naar te kijken. Verderop waren vlotjes uitgelegd. Voor de vogelgraaf of voor de zwarte stern, wie zal het zeggen. De sporen van de fotografen waren in ieder geval duidelijk herkenbaar.
Het is een wonderlijk gebied. Nog geen 10 minuten onderweg en de soorten buitelen over elkaar heen. Er was geen aandacht voor de dreiging van boven. Zelfs de rietzangers deden hun best de ochtendstond een vrolijk geluid mee te geven. Op het water veel krakeenden en ook wintertalingen, zelfs nog een smient. Zou deze verdwaald zijn of heeft deze de Zouweboezem als domicilie gekozen. Ui t de meegenomen boeken blijkt dat een broedende smient wel een bijzonderheid zou. Afijn canadese ganzen, een lepelaar en de eerste purperreigers waarschijnlijk op weg naar hun fourageergebieden, trekken de aandacht.
In de verte klinkt een koekoek. Met een beetje mazzel komen we die nog tegen. Het moerasgebied heeft zich inmiddels verruild voor graslanden. En verandering van biotoop betekent verandering van vogels. De kievit, tureluur, scholekster en grutto laten van zich horen. De bruine kiekendieven zeilen boven het grasland op zoek naar een prooi. Het is grappig te zien hoe deze roofvogels zich laten verjagen door de weidevogels.
De koekoek blijft roepen en even later zien we hem zitten, majestueus in een boom. Bertus ziet dat hij een grote rups in zijn bek heeft en vertelt over de bijzondere vlucht van de koekoek. In de vlucht komen de vleugels nooit boven de schouders uit. Het lijkt net alsof de vleugelslag altijd om laag is. Haast op commando laat de koekoek dit in de praktijk zien om weer in de boom neer te strijken.
De hemel moet gedacht hebben ‘als jullie geen oog hebben voor mijn dreiging, dan open ik de sluizen’. We zijn niet van suiker en er staat nog meer op programma. In het grasland staan veel struikjes, meidoorns en bramen. Bovendien moeten we in ieder geval de plek zien waar Antje eerder deze week een bever heeft gespot.
Met goede moed trekken we verder. De vogels (en bever) houden het wel voor gezien. Zingen in de regen doe je maar in de film. Een grasmus laat zich nog verleiden door wat lokgeluidjes. Als hij in de gaten heeft dat wij het zijn, trekt hij zich snel terug in de struiken. Voor ons een teken de auto’s op te zoeken.
Antje vraagt ons nog even in Bussum-Zuid te verzamelen en heeft een bijzondere terugweg in gedachten. Via Vinkeveen en de componistenbuurt in Hilversum komen we weer terug op station Bussum Zuid. Het hing al in de lucht. Nu kwam het hoge woord eruit. Dit was de laatste excursie van Bertus, ’als excursieleider’ vertelt hij er gelijk achter aan.
We staan niet op het voetbalveld en dus klinkt er geen “Bertus, bedankt”. Twintig jaar excursies, wie durft z’n vinger op te steken dat hij of zij niets van Bertus heeft geleerd. Ik in ieder geval niet. Ook deze keer naar de Zouweboezem is het enthousiasme en vanzelfsprekendheid waarmee Bertus vertelt, even aanstekelijk als waarschijnlijk 20 jaar geleden.
Gelukkig blijft Bertus nog volop actief binnen de vereniging en vooral voor de vogels. Dit maakt de ‘dank’ voor de vele excursies niet minder. Hier past 1 woord “Hulde”.
Wobbe Kijlstra