Twijfel is mijn deel. Zal ik wel mee gaan of niet? Het is wel erg vroeg toch? 5.00 uur ’s ochtends en dan zeker al om 4.30 uur opstaan. Mijn wekker gaat en ik ben opeens zo wakker dat doorslapen geen optie meer is. Ik vind mezelf stoer en ben benieuwd wie dat nog meer zijn. Bij de parkeerplaats van Restaurant Robert – de ingang van het Spanderswoud – staat excursieleider Frank van de Weijer al klaar. Hij blijkt er al vanaf 4.30 uur te staan.
Op de heenweg een serene rust, totdat de beat van een houseparty met een windvlaag tot me doordringt. Verdomme, staan ze toch weer ergens in de natuur illegaal te dansen. Wat is daar nou de lol aan? Maar goed, dat moet ik nu van me afzetten. Bij de Zanderij Crailoo hoor ik een groene kikker-concert; die “party-en” ook de hele nacht door. De lucht kleurt rozerood. Op de heide van De Snip klinkt het geluid van de boompieper. Dat belooft wat.
Frank vertelt dat hij al een gekraagde roodstaart heeft gehoord en dezelfde boompieper. Nog 2 enthousiastelingen sluiten aan en met z’n vieren gaan we op pad het Spanderswoud in. Frank verhaalt van het bosbeheer dat hier is gevoerd om het bos om te vormen van houtakker naar natuurbos. Hij kan het weten want in 2005 heeft hij meegedaan aan de broedvogeltelling van het Spanderswoud. De conclusie was (o.a.) dat een bonte stoet bosvogelsoorten aanwezig was met zeer hoge dichtheden wat direct het gevolg is van het gevoerde beheer en de ontstane variatie.
We oefenen direct al even stevig op de melodieuze klanken van de zwartkop. Naar mijn oordeel één van de mooiste bosgeluiden. Ja, dat had je gedacht. Even later klinkt veelvuldig kraaiengekras omlijst met diverse geluiden van de raaf vanuit de top van een hoge douglasboom. Prachtig, hoe dat gekrok door het bos galmt. We lopen door een oude beukenlaan waarvan diverse bomen in verval raken; sommige zitten vol met gaten. Uit een gat aan de achterkant klinken hoge piepgeluiden. Nou, zegt Frank dat zijn dus vleermuizen. Er zitten er meer in dan je denkt. Hoe hij dat weet is me een raadsel maar het overtuigende bewijs wordt geleverd want er blijkt een kleine vleermuis boven het gat te hangen. Frank maakt een foto en laat deze daarna op zijn camera zien. Het vleermuisje is grotendeel kaal en we stellen vast dat het een jonkie is. We zien jonge en volwassen grote bonte spechten, veel jonge koolmezen, diverse keren horen we het geluid van boomkruipers, boomklevers, tjiftjaf en ga zo maar door.
Meestal als ik me tijdens een excursie concentreer op vogelgeluiden ontspoor ik na een uurtje of wat en weet ik geen enkel geluid meer op naam te brengen. Vandaag valt het mee. Diep in het Spanderwoud nabij Bantam hoor we een prachtig bijna wielewaal-achtig geluid. Frank vertelt ons dat het de roep van een gaai is. Het is ronduit mooi en onverwacht voor een gaai. Frank helpt ons uit de droom met de wetenschap dat de gaai tenslotte tot de zangvogels behoort en fraaie geluiden kan voortbrengen. Het is een geluid dat ik nog nooit gehoord heb en voel me opgetogen. Echt een mooi (nieuw) bosgeluid.
Even later lopen we over een smal paadje langs dikke grove dennen die meer dan 100 jaar oud zijn en verbazen ons over de jonge lariks die eronder staat. Even verder zien we hoe dat komt; er staan behoorlijk hoge en dikke lariksen. Onder de dikste langs het pad zijn allemaal witte vlekken te zien. Kalksporen van roofvogels. We kijken als vanzelfsprekend omhoog en zien een flink nest in de kroon van de lariks. Geen vogel te zien of te horen. Buizerd of misschien wel havik speculeren we. De coördinaten worden via de mobiele telefoon opgenomen gecombineerd met een foto van het nest. Ik zal het aan de roofvogelaars doorgeven. De roodborst horen we eigenlijk constant en even later spitsen we onze oren voor het droevig klinkende bzzzzz van de groenling. En daar tussendoor is één maal de roep van een wielewaal te horen, luid en duidelijk, een echte diedeljo zoals Frank dat treffend formuleert. Opgetogen gaan we verder. We struikelen bijna over een boomstam. Er ligt klein hoopje natte mest op; vermoedelijk van een boommarter. Foto gemaakt, thuis uitzoeken en indien positief doorgeven aan de kersverse Marterwerkgroep Gooi en Vechtstreek.
Het is toch wel tijd voor een kopje koffie ondertussen. Een goed plekje zoekend en al een stukje van de roofvogelhorst vandaan horen we luid en duidelijk de roep van de havik. Dat weten we dan ook weer! Op de rand van Gooi en Vechtstreek kijkend naar de ’s Gravelandse buitenplaatsen zien we enkele reeën, horen een kleine karekiet en schiet er een buizerd voor ons over de weg. Terug in het Spanderswoud praten we over de verschillen tussen de regenroep van de vink en het bzzzz-geluid van de groenling.
Vergissingsmogelijkheden genoeg. Dan horen we een geluid dat er een beetje op lijkt en toch ook weer niet. Ik dacht eerst een groenling te horen, toen weer een vink, Ja, nu is mijn ontspoormoment aangebroken, dacht ik. Ik ben de kluts kwijt. Toch maar even doorzetten. Langzaam lopen we naar de plek waar het geluid vandaan komt en wat zien we daar tot onze stomme verbazing … een prachtige in zomerkleed getooide zingende keep. In z’n eentje, hopend op een vrouwtje? Die moet volgens de laatste editie van de ANWB-vogelgids allang in Fennoscandia zitten – dat zal wel Scandinavië zijn – om daar te broeden. Frank maakt geluidopnamen om het bewijs te leveren als het nodig is. We debatteren of we deze bijzonderheid op waarneming.nl moeten zetten en wat er daarna gebeurt….
Langzaam hobbelen we terug, de eerste joggers, fietsers en hondenuitlaters komen we tegen. Het is tijd om terug te gaan. Bij het beginpunt begint het zachtjes te regenen. We hebben het goed getimed. 9. 15 uur ben ik thuis. Kop koffie. Een heel dagdeel met prachtige ervaringen achter de rug en nog een hele dag voor de boeg. Frank, bedankt voor jouw aandeel hierin. Of ik het laatste dagdeel vanavond helemaal vol maak , zal de tijd leren.
Poul Hulzink